De kinderarmoede in Vlaanderen wil maar niet omlaag blijkt uit data van Kind en Gezin, ondanks eerdere beloftes om ze te halveren.

14 procent van de kinderen in Vlaanderen groeit op in een gezin dat in armoede leeft. Dat leert de jaarlijkse index van Kind en Gezin.

Medewerkers van die Vlaamse overheidsinstelling gaan tijdens hun contacten met families na of er signalen zijn van kansarmoede. Ze kijken naar het maandinkomen van het gezin, de opleiding van de ouder(s), het stimulatieniveau van het kind, de arbeidssituatie van de ouder(s), de huisvesting en de gezondheid. Als een gezin zwak scoort op drie of meer van de zes criteria spreken ze over een kind dat in kansarmoede leeft.

De vorige Vlaamse minister van Armoedebestrijding Liesbeth Homans (N-VA) zei in 2016 dat ze de kinderarmoede in Vlaanderen ging halveren en dat ‘iedereen haar daarop mocht afrekenen’. 2019, het jaar waarover de Kind en Gezin-data gaan, is het laatste jaar van de vorige legislatuur van de Vlaamse regering.

De index van Kind en Gezin, waarover De Standaard maandag bericht, leert dat kinderarmoede in twee decennia is verdubbeld.

Migratie

De cijfers kunnen niet los worden gezien van migratie. Bij gezinnen met niet-Belgische moeders is de kinderarmoede vijf keer zo hoog als bij gezinnen met Belgische moeders.

Twee op de drie kinderen die in 2019 in kansarmoede opgroeiden, hadden een moeder die bij de geboorte niet de Belgische nationaliteit had. Hun risico op armoede bedraagt liefst 33 procent.

De cijfers zijn het slechtst voor kinderen met een moeder van Afrikaanse origine. 37,5 procent van de kinderen met een moeder van Noord-Afrikaanse origine groeit op in kansarmoede, voor andere Afrikaanse landen gaat dat zelfs naar bijna de helft. Kinderen met een Oost-Europese origine hebben ook nog altijd een armoederisico van 23,5 procent.

In de grotere steden is de armoede het hoogst, al daalt ze er wat. In kleinere steden en de grootstedelijke rand stijgt ze dan weer, net als op het platteland. In Antwerpen is het risico op opgroeien in armoede het grootst, in Vlaams-Brabant het kleinst.